Ik ben depressief. Geen klein dipje, een paar weken waarin
het even tegenzit. Nee, een serieuze depressie. Hij speelt al veel langer een
rol in mijn leven, we kennen elkaar al jaren. Maar nooit eerder stelde ik hem
voor aan mijn ouders, mijn familie, vrienden en aan mijn gezin. Zolang ik hem
achter die deuren van mijn hoofd hield had niemand verder last van hem. En had
niemand last van mij. Laat mij maar grapjes maken en de sociale tijger van het
feest zijn. Niemand die iets merkt. Maar hij wist dat er een moment zou komen,
dat de deur even niet op slot zou zijn. Zodra dat ene kiertje ontstond trapte
hij de deuren met grof geweld in. En daar was hij, open en bloot, in het volle
licht van de dag. Met gebalde vuisten was mijn depressie groter, echter en
verwoestender dan ooit.
Wolf
Met het voorstellen van die grote, boze, hongerige wolf die zo lang in mijn
hoofd rondzwierf werd het ineens allemaal écht. Ik zocht hulp. Gesprekken met
de huisarts, doorverwijzing naar een psycholoog, intakes, testen, nog meer
testen, een uitgebreid begeleidingsprogramma en een shitload aan medicatie. Ik
wist dat dit nog maar het begin was en daar waar ik normaal graag deadlines
stel, ik nu moest berusten op het feit dat mijn geduld, kracht en
doorzettingsvermogen aan de bak moesten. I was going for the long run, ook al
was ik zo ongelofelijk moe.
Blijven
Overdrijf je niet een beetje? Ik hoor het mensen wel eens denken. Leuke
vraag. Ik heb daar zelf namelijk vaak genoeg over nagedacht. Want juist dat is
een reden om te blijven zwijgen. Je hébt toch alles wat je kunt verlangen: een
mooi gezin, lieve vrienden, een goede baan, leuk huis… Ja, ik heb alles. En
daarom voelde ik me zo ontzettend schuldig. Dat ik dagen had waarop ik niet
meer wist hoe ik uit bed moest komen en een glimlach op moest zetten voor mijn
naasten. Het putte me uit. Het dieptepunt was bereikt toen ik me op een zaterdagmorgen
besefte dat ik niet zeker wist of ik het nog wel kon. Alles om me heen was
donker en ik was niets meer van wat ik zou willen zijn en wilde ook niets meer
zijn. Tekort schieten, voor alles en iedereen. Ik was een teleurstelling, ik
was op. Maar bij het zien van de kuiltjes in de wangen van mijn eigen kind wist
ik dat afhaken geen optie was, ik moest blijven.
Hoop
Houd me ten goede, voor iedereen is er een andere manier van omgaan met
depressie. Geen haar op mijn hoofd die zal verkondigen dat ik de oplossing heb.
Was het maar zo’n mooi feest! Toch ging ik op zoek naar dingen die voor mij
werkten. Open zijn, met mensen praten over hun ervaringen, maar er ook over vertellen,
zonder schaamte. Bekenden en onbekenden, ik heb ontelbaar veel mooie gesprekken
gevoerd. Toch zocht ik naar meer. Van een vriend kreeg ik een boekentip: Matt
Haig – Reasons to Stay Alive. Mijn ziekte, want dat is depressie, zorgde ervoor
dat lezen me nauwelijks meer lukte. Het registeren en verwerken van de woorden
die ik keer op keer probeerde te lezen het waren mijn kleine teleurstellingen.
Toch begon ik aan dat boek, geschreven vanuit de beleving van iemand met een
depressie. Dat boek veranderde iets in mij. Het gaf me herkenning, erkenning,
kracht, inspiratie én hoop.
Vechten
Therapie is vechten. Jezelf uit de slangenkuil zien te redden zonder hulp.
Begeleiding is er wel, in feite een soort aanmoediging vanaf de kant. Maar je
moet het uiteindelijk allemaal zelf doen. Ik moet keer op keer mijn
verwachtingen bijstellen. Je wilt een marathon lopen, in werkelijkheid ben je
een halve meter vooruit gegaan. Je wilt twee weken zonneschijn, je krijgt één
dag geen regen. Op het moment dat je weer voldoende op adem ben gekomen is het
alweer tijd voor de volgende sessie. Dat is therapie: worstelen en weer boven
komen.
Zien
Medicatie haalde de scherpte van mijn dagen af. Ze hebben me maanden tussen
de lijntjes gehouden, zodat ik de dagen doorkwam. Ik sliep gemiddeld nog drie
uurtjes per nacht en dus waren die pillen een zegen. Even geen onrust meer in
mijn hoofd, even niet meer denken, gewoon niets. De pillen trokken me in een
diepe, lege slaap. De pillen gaven me rust. En toch besloot ik eerder dan
gepland te stoppen met de medicatie. Omdat ik weer wat meer adem kreeg en beter
sliep merkte ik ook dat de medicatie me afvlakte. Als een robot ging ik door de
dagen heen. In overleg, maar niet op advies van de arts en psycholoog, ben ik
gaan afbouwen. Nu ben ik sinds enige tijd zonder en dat valt niet altijd mee.
Alles is heftig, alles is veel, alles is druk, maar ik voel en zie alles wel.
De wereld is weer in kleur.
Lachen
Onlangs werd ik in een winkel aangesproken door een onbekende dame. Ze was
blij dat ik weer lachte, want dat sombere gedoe was ook maar niets. Ze feliciteerde
me met het feit dat ik niet meer depressief was. Stomverbaasd liet ze me
achter. Van nature ben ik geen negatief persoon, probeer ik altijd positief te
blijven, ik lach ook in deze tijd meer dan ik huil en tóch ben ik depressief. Leg
dat maar eens uit, Elvira… Voor mezelf heb ik de lijn getrokken bij ‘verdedigen’.
Met liefde vertel ik over depressie en zijn impact op mijn leven, over de
behandeling én de risico’s van de ziekte, over het ontstaan én de vele soorten
die er zijn. Maar nooit zal ik mezelf verdedigen omdat ik lijd aan depressie.
Kwetsende opmerkingen uit onwetendheid lach ik liever weg. Je vangt meer
vliegen met stroopt, dan met azijn.
Leven
Het gaat nog niet heel goed met me. Er zitten nog zoveel slangen in die
kuil. Maar het gaat steeds beter, meter voor meter. Ik ben opener dan ooit,
praat met mijn naasten over wat er zich in mijn hoofd afspeelt. De mensen om
mij heen, dichtbij en verder weg hebben me gedragen in moeilijke periodes.
Woorden, telefoontjes, kaartjes, mailtjes, knuffels en kussen. Ze deden me elke
keer weer goed. Wéten dat iemand er gewoon is, dat maakt het verschil. Ik prijs
me daarom ook rijk met iedereen in mijn leven. Welke rol dan ook. Hoe eenzaam
ik me soms ook voel, ik weet dat ik niet alleen ben. Mensen zien me veranderen.
Ik ben misschien wat rustiger, meelevender, gevoeliger, opener en eerlijker en
toch is dat voor iedereen oké. Mezelf kwetsbaar opstellen opende een nieuwe
wereld voor me. Kracht wordt zichtbaar in zwakheid.
Missie
Omdat er nog zoveel vragen zijn. Omdat er nog zoveel mensen zijn die
depressie zien als aanstellerij. Omdat er nog zoveel mensen geen hulp hebben
gezocht. Omdat er nog zoveel mensen zijn die denken dat antidepressiva onzin is. Omdat
ik er zelf nog lang niet ben. Omdat er zoveel mensen zijn die zichzelf niet uit
durven spreken. Omdat er nog zoveel bagger geschreven wordt over depressie.
Omdat er nog zoveel mensen aan onderdoor gaan. Omdat er nog zoveel niet bekend
is. Omdat er nog zoveel mensen eenzaam zijn. Omdat er nog zoveel te vechten
valt. Daarom heb ik besloten erover te praten met anderen, erover te vertellen
aan mensen, geen masker meer op te doen om maar flink te lijken, geen smoesjes
meer te verzinnen om maar niet buitengesloten te worden, aan te geven als het
met te veel is en daarmee lief te zijn voor mezelf. Omdat het nodig is. Daarom zal ik mijn
depressie nooit meer verzwijgen, te accepteren dat het een deel van mij is en
te vechten tot de storm is gaan liggen. Zodat ik misschien ooit een voorbeeld kan
zijn dat er altijd hoop is. Want met die gedachte sta ik elke dag weer op, er
is altijd hoop.
“…once the storm is over you won't remember how
you made it through, how you managed to survive. You won't even be sure, in
fact, whether the storm is really over. But one thing is certain. When you come
out of the storm you won't be the same person who walked in. That's what this
storm's all about.”
- Haruki Murakami, Kafka on the Shore